Naar Purper:


JE MOET ZEILEN OP DE WIND VAN VANDAAG. DE WIND VAN GISTEREN HELPT JE NIET VOORUIT, DE WIND VAN MORGEN BLIJFT MISSCHIEN WEL UIT! tekst en uitvoering: PURPER

Ik hou van motto's, hoewel ik niet iemand ben die ze zelf verzint. Liever zoek ik naar bestaande motto's die aansluiten bij mijn (manier van) leven. De tekst van Purper is al sinds jaren mijn handelsmerk, maar sinds ons bezoek aan de musical "Soldaat van Oranje" is daar een tweede motto aan toegevoegd: Morgen is Vandaag! Eigenlijk zeggen beide motto's hetzelfde. Geniet nu, leef nu, doe nu!!! En dat blijf ik proberen!!!!!

zondag 6 mei 2018

Santiago aan het Wad 4



Akkrum – Britsum
zondag 6 mei 2018


Na een heerlijke nacht in de pipowagen staat mijn ontbijt klaar bij de buren van de ijsboerderij. Een heerlijk broodje kaas en 3 warme broodjes met een smaakje. Een kop thee en een glas karnemelk complementeren het geheel. Een half uur later ga ik op pad.




Ook nu is de kilometer naar de route korter dan gisteren de andere kant op. Al snel bereik ik Jirnsum, waar ik moet zorgen dat ik op de juiste route terecht kom. Gelukkig staat hier alles heel duidelijk aangegeven, zodat ik keurig op de geplande Oostroute verder ga.











Ondanks de vroege zondagmorgen zijn er al aardig wat fietsers en hardlopers op pad. Ik begroet iedereen vrolijk en de meeste mensen groeten vrolijk terug. Via het kerkje van Friens kom ik uiteindelijk in Reduzum. Ik heb er dan 10 km opzitten en wil wel even rustig zitten. Horeca is er niet en het enige bankje dat er is, staat in de zon. Gelukkig zie ik achter het bankje een zwerfkei in de schaduw. Die kei wordt mijn zetel. Ik drink mijn thee, eet het broodje en geniet van de rust. Na een klein kwartier ga ik weer verder, op zoek naar een toilet. En net als eerder is er geen toiletmogelijkheid te vinden. Niet regulier en niet groen. Ik hoop dan ook dat de aangegeven horecamogelijkheid in Wirdum wel open is als ik daar aankom, En dat is gelukkig zo.



Als ik binnenkom vraagt de waard: “Zoekt u de camping?” Als ik antwoord: “Nee, een wc!, begint hij bulderend te lachen, maar gelukkig wijst hij mij in de goede richting. Opgelucht kom ik even later terug. Ik scoor een prachtige stempel in mijn pelgrimspaspoort en drink nog wat voor ik mijn weg richting Leeuwarden vervolg.




Ik probeerde hier het geelbloeiende veld te fotograferen.



De temperatuur loopt op en ik loop regelmatig in de luwte, ik vind het dan ook vies warm worden. Als ik in Goutum langs de Mac kom, besluit ik om daar naar binnen te gaan, even afkoelen. Ik trakteer mezelf op een cola en een portie patat. Van alle drie de zaken knap ik op. Voor ik verder ga, maak ik een sanitaire stop en dan begint mijn tocht dwars door Leeuwarden.




Helaas gaat net voor mijn neus de slagboom van de brug naar beneden, balen, ik was net weer op gang. Als ik weer verder kan, duurt het even voor ik weer soepel loop. Volgens mij lijk ik op een waggelende eend het eerste stukje.



De eerste kilometers door Leeuwarden vind ik eindeloos. OK, er staan mooie huizen op dit deel, maar daar kom ik niet voor. Ik ben dan ook blij als ik de Sint Jacobsstraat bereik, hier spot ik de beroemde putdeksels en ik ben bijna bij de Jacobijnenkerk. Ik loop even verkeerd, moeilijk hè links en rechts, maar dan sta ik toch voor de kerk. Helaas zijn alle deuren die ik probeer gesloten, dus geen stempel hier. Vlak na de kerk kom ik in een perkje en hier staat een bankje in de schaduw. Tijd voor een pauze en tijd voor een broodje.










Als ik weer verder ga, springt er een steentje in mijn schoen. Als ik die eruit wip, spreekt de mevrouw (die een bankje verder zit) mij aan. Ze vraagt wat ik doe en we raken aan de praat. En dat zijn zulke leuke en waardevolle gesprekken. Met een brede glimlach op mijn gezicht loop ik verder.



Er volgt een saai stukje voor ik het open veld weer in ga. Ik ben er wel een beetje klaar mee voor vandaag, maar ik blijf genieten. Ik loop van de ene State naar de State over prachtige schaduwrijke paadjes. Ik kom bij een theetuin en vraag om een stempel. Helaas hebben ze die niet, ik moet een stukje terug. Bij het woord terig, zakt de moed mij in de schoenen, maar het blijkt maar een heel klein stukje terug te zijn, dus ik ga toch maar. Als ik de prachtige stempel zien, ben ik blij dat ik ben teruggegaan. Bijna huppelend ga ik verder. Bijna, want mijn benen zijn moe.







En dan zie ik mijn eindpunt van vandaag, Britsum. Om precies te zijn de Johanneskerk van Britsum. Ik overnacht in dit kerkje van de Alde Fryske Tsjerken.



Ik bel dat ik er bijna ben en als ik bij de kerk aankom, staat de gastvrouw al op me te wachten. We genieten samen een kopje thee en ze legt me de ins en outs van de kerk uit. Ik krijg een privérondleiding aangeboden, die ik met plezier accepteer en met de belofte dat dat geregeld gaat worden, vertrekt mijn gastvrouw.





Er is hier geen warm water en geen douche, dus met een koude plens fris ik mijzelf op. Ik kies één van de vier veldbedden uit, neem een kopje thee en ga lekker buiten in het zonnetje zitten. In de kerk is het namelijk (een stuk) kouder dan buiten.






Tegen achten ga ik de kerk weer in en tref ik de voorbereidingen voor morgen. Om acht uur staat mijn gis voor de deur en een uur lang vertelt hij zeer enthousiast over “zijn” kerk. Wat weet hij veel over dit kerkje en wat werkt zijn enthousiasme aanstekelijk. Ik krijg een paar bijzondere plekjes te zien en veel bijzondere verhalen te horen.



Als mijn gids weer vertrokken is, poets ik mijntanden en kruip ik warm aangekleed in de slaapzak en onder de dekens. Welterusten.

Geen opmerkingen: